Dit verdient een postje op me blog. Het examen bestond uit drie theorie vragen waarvan ik twee maar half kon beantwoorden. For the record, ik kende de ganse cursus goed maar vraagt hij dingen die ik minder wist. Daarna twee oefeningen (in die 13 weken hebben we 2-3 oefeningen gemaakt). Eerste met degressief afschrijven. Als je over 7 jaar afschrijft, denk je toch dat je 100%/7 moet nemen maar nee. Je moet 100%/7 nog eens maal twee doen. Raar maar waar. Die fout koste mij het herberekenen van CF’s en de NCW. En dan de laatste vraag waar ik naar alle waarschijnlijkheid een fout heb gemaakt bij het berekenen van het break-even punt.
Een chocoladerepen fabriek heeft drie gebouwen. Bereken break-even en maximale winst. 80% van de repen wordt verkocht aan €0.50 en 20% aan €0.54
Gebouw A: heeft een max. productie van 130.000 repen per dag. De vaste kosten zijn €52.642. De kostprijs per reep is €0.10.
Gebouw B: heeft een max. productie van 230.000 repen per dag. De vaste kosten zijn €78.647. De kostprijs per reep is €0.11.
Gebouw C: heeft een max. productie van 200.000 repen per dag. De vaste kosten zijn €60.007. De kostprijs per reep is €0.12.
Dusja ik heb bij die laatste wat rekenfoutjes vermoed ik. Ik had een afrondingsfoutje en had voor gebouw A een verlies terwijl hij een kleine winst maakt. Crap :-). In het echte leven, moest ik dat doen, zou gebouw A gesloten worden en mensen zouden ontslaan worden :-D.
Ik had het getal 0.4049 afgerond naar 0.41 en dat moest afgerond zijn naar 0.40.